Jan van Steenbergen; composities

Rond 1991 (her)ontdekte ik hoe belangrijk muziek voor mij was. Kort daarop begon ik niet alleen te zingen en te spelen, maar ook te componeren. Met name in de jaren 1996-2001 heb ik mij grotendeels toegelegd op het schrijven van muziek. Het resultaat: een stuk of acht grotere werken en zo'n twintig kleinere. Ik heb daarmee meestal gekozen voor "praktische" bezettingen. Immers, om een werk voor groot symfonieorkest uitgevoerd te krijgen, moet men al een behoorlijke reputatie als componist hebben opgebouwd, anders is het heel onwaarschijnlijk dat een stuk ooit zal worden uitgevoerd. De meeste werken van onderstaande lijst zijn dan ook geschreven voor koor of kamermuziekbezettingen, en de meeste daarvan zijn wel één of enkele malen uitgevoerd.

Naast eigen composities heb ik ook de nodige bestaande werken geïnstrumenteerd of anderszins bewerkt. Dit geldt met name voor middeleeuwse muziek en niet te vergeten voor de "Meezing-Mattheüs", een in opdracht gemaakte versie voor kleine bezetting van J.S. Bachs "Matthäus-Passion".


Composities met opusnummer

Strijkkwartet nr. 1 op. 1 (1996)

  1. Ballade
  2. Canon 1
  3. Motet
  4. Canon 2
  5. Rondeau

(eerste uitvoering in de Posthoornkerk te Amsterdam op 24 januari 1999 door het Doriacci Kwartet)

Divertimento op. 2 (1997-1998)
voor viool en piano

  1. Burlesca
  2. Meditazione
  3. Tarantella
  4. Elegia
  5. Rondo

(deel 1 voor het eerst uitgevoerd in Schoorl op 1 juni 1997 door Rhodes Selhorst, viool, en Karen Moll van Charante, piano; eerste volledige uitvoering in Amsterdam op 24 januari 1999 door Rhodes Selhorst en Marina Grigorowicz; latere uitvoeringen onder meer in Schoorl, Dortmund (D) en Hoorn)

Śatakṛitvas (Satakritvas, Śatakrtvas) op. 3 (1997-1998)
Negen madrigalen voor negenstemmig koor a capella

  1. Lugete, o Veneres [Catullus]
  2. Der tunkele sterne [Der von Kürenberg]
  3. Parthenia, parthenia [Sappho]
  4. Smyrnaïko minore [anon.]
  5. Tochaars liefdeslied [anon.]
  6. Geçmis güzel günleri [Udi Hrant]
  7. Odi et amo [Catullus/Vergilius/Calpurnius/Ovidius]
  8. Tethnaken d’adolos thelo [Sappho]
  9. Śatakṛitvas [Dharmakirti]

(delen 1, 3, 4, 5 en 6 voor het eerst uitgevoerd in Amsterdam op 22 november 1998 door het Koor Nieuwe Muziek o.l.v. Huub Kerstens; eerste volledige uitvoering op 29 mei 1999 door het Koor Nieuwe Muziek o.l.v. René Nieuwint)

Concert voor strijkers in a op. 4 (1997-2000)
voor strijkorkest

  1. Deel 1
  2. Deel 2
  3. Deel 3

Vier middeleeuwse ballades op. 5 (1997-1999)
voor altviool en piano

  1. Senleches: En attendant esperance
  2. Trebor: Quant joyne cuer
  3. Solage: Pluseurs gens voy
  4. Suzoy: Pictagoras jabol

(eerste uitvoering in Schoorl op 30 mei 1999 door Boris Visser, altviool, en Marina Grigorowicz, piano)

Strijkkwartet nr. 2 “Afscheid” op. 6 (1999)
In memoriam Huub Kerstens

(eerste uitvoering in Amsterdam op 10 april 1999 door Anne Mcmichael, Heleen Hulst, Virginia Comerford en Guus Fabius)

Autofonie op. 7 (1999)
voor zes auto's (claxons, deuren), één motorfiets, trompet en bassaxofoon

(eerste uitvoering in Schoorl op 30 mei 1999 o.l.v. Roy Voogd m.m.v. Rob Snip, trompet, and Wouter Borgers, bassaxofoon)

La tragique histoire du petit René op. 8 (1999)
voor gemengd koor a capella

(eerste uitvoering in Amsterdam op 12 juni 1999 door het Lorca Kamerkoor o.l.v. René Nieuwint)

Variaties op “Merck toch hoe sterck” op. 9 (2001)
Dertig variaties voor hobo/althobo, klarinet/basklarinet, sopraan-/alt-/tenorsaxofoon, fagot en piano (orgel/clavecimbel)

“Merck toch hoe sterck” dateert uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog en heeft betrekking op het ontzet van Bergen op Zoom (1622). Adrianus Valerius nam het op in zijn in 1626 uitgegeven “Neder-Landtsche Gedeck-Clanck”. Het behoort tot de mooiste en meest sprekende stukken uit het Nederlandse volksliedrepertoire en heeft diverse componisten van vaderlandse bodem geïnspireerd tot het schrijven van variaties. Jan van Steenbergen (Hoorn, 1970) schreef dertig variaties op het lied voor rietkwartet en orgel/clavecimbel, waarin de melodie in steeds wisselende instrumentcombinaties door de muziekgeschiedenis wordt geloodst.

(eerste uitvoering in Schoorl op 17 juni 2001 door Irma Kort, Annette Schenk, Floor Wittink, Wanda Koopmans en Marina Grigorowicz)

Five years, fifty wishes op. 10 (2001)
voor hobo, klarinet, altsaxofoon, fagot en piano

Die Loreley op. 11 (2001)
voor gemengd koor a capella

(eerste uitvoering in Amsterdam in 2001 door het Koor Nieuwe Muziek o.l.v. René Nieuwint)

Egyptisch Requiem, deel 1 op. 12 (2000)
voor gemengd koor en ensemble (2 hobo's, basklarinet, hoorn, strijkkwartet, contrabas, piano)


Composities zonder opusnummer

Sonatedeel voor clavecimbel en piano (1992)

Bewerkingen van middeleeuwse muziek voor strijkkwartet (1993)

  • Machaut: Dame de qui toute ma joie
  • Machaut: En Amer a douce vie
  • Andrieu: Deploration sur la mort de Machaut
  • Solage: Joyeux de cuer
  • Solage: ballade Pluseurs gens voy
  • Machaut: motet “Inviolata genetrix” (voor strijktrio)

Anthonello de Caserta: Five pieces (1993)
zetting voor strijktrio

  1. Ballade “Biauté parfaite”
  2. Virelai “Tres nouble dame”
  3. Ballade “Amour m’a le cuer mis”
  4. Rondeau “Dame gentil”
  5. Ballade “Dame d’onour en qui”

Fuga in a (1995-96)

Burlesque (1997)
voor twee piano’s

(uitgevoerd in Warschau (PL) op 14 juni 2000 door Katarzyna Łowińska en Marta Sienkiewicz)

Treurmars (1997)

Meezing-Mattheüs (1997-1998)
J.S. Bach, Matthäus-Passion, zetting voor koor, solisten, strijkkwartet, contrabas, orgel (of clavecimbel)

(eerste uitvoering in Amsterdam op 22 maart 1998 o.l.v. Huub Kerstens m.m.v. het Mondriaan Kwartet, latere uitvoeringen onder meer o.l.v. Winfried Maczewski en Lucas Vis)

Postludium (1999)
voor drie tandenborstels

(uitgevoerd op 24 januari 1999 door Vincent Lassauw, Maria de Moel en Jan van Steenbergen)

Canon in e (1999)

Tochaars liefdeslied (2000)
Zesstemmige versie voor ensemble La Gioia

(uitgevoerd in Spanje op 4 november 2001 door vocaal ensemble La Gioia o.l.v. Ludwig van Gijsegem)

Stille Nacht (2005)
voor gemengd koor a capella

Tekst: Josef Mohr, circa 1816-1818, uit het Duits naar het Nederlands vertaald door Johannes Ysserinkhuijsen (1858-1935).
Melodie: Franz X. Gruber

(voor het eerst uitgevoerd in Enkhuizen in 2005 door de West-Friese Cantorij o.l.v. Tieneke Broers)